De VKA besteedt samen met boeren, loonwerkers en partners al een aantal jaren aandacht aan alternatieven voor het gebruik van chemie. Met partner Groeikracht werkt de VKA aan praktijkproefvelden. Hier worden onder andere het effect van tijdig onderwerken en het oogsten van het vanggewas op de mineralisatie gemeten. Benieuwd naar de eerste resultaten? Lees hier meer.
Praktijkproef onderwerken vanggewas en mineralisatie

Aan de Wagenvoortsdijk in Almen ligt het proefveld waar Groeikracht, Eurofins Agro en VKA hebben gekeken naar de oogst van het vanggewas en de beschikbare stikstof bij aanvang van de maisteelt.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door (financiële) steun van WRIJ, Vitens en Eurofins.
Wat is vergeleken?
In de veldproef zijn de vanggewassen bladrogge en Italiaans raaigras met elkaar vergeleken in 12 stroken. Daarnaast zijn in steeds 4 stroken het onderwerken of oogsten vergeleken in de varianten:
- Vanggewas ondergewerkt, uitgevoerd op 3 maart 2022 met de Lemken Smaragd stoppelploeg
- Vanggewas geoogst, onbemest
- Vanggewas geoogst, bemest op 1 maart jl met 65 kg N via NTS
Resultaten
Na de oogst van het vanggewas op 21 april jl zijn de volgende conclusies getrokken m.b.t. de N-mineralisatie (zie grafiek 1).
De beschikbare N in de bouwvoor is na ondergewerkt vanggewas gelijk aan die van na geoogst vanggewas, dit geldt voor zowel Italiaans raaigras als ook rogge.
Bij de eerste komt de beschikbare N puur uit de bodem, bij de tweede vanuit de bodem en gewas. De stikstof is met het oogsten onttrokken aan de bodem en is niet meer beschikbaar voor de mais. Bij het onderwerken zou deze wel beschikbaar moeten zijn. Dit vraagt nog nader onderzoek omdat het beeld van juni 2022 toch iets anders laat zien.
Verder kan worden geconstateerd:
- Rogge geeft vergeleken met Italiaans raaigras meer beschikbare N in het voorjaar.
- Rogge neemt 54% van de bemeste N op, voor Italiaans raaigras is dat met 41% iets minder.
- Het effect van bemesting op de opbrengst is bij Italiaans raaigras (x 4,9) echter hoger dan het effect van de bemesting op de opbrengst van rogge (x 3,6). De respons van een N-gift van Italiaans Raaigras is dus groter, ofwel Italiaans raaigras heeft meer bemesting nodig dan rogge.
- Bij bemesting is het Ruw Eiwitgehalte (RE) in de rogge hoger dan van Italiaans (141 tegenover 120).

Opbrengst voederwaarden
In tabel 1 zijn de voederwaarden weergegeven. Hieruit zijn de volgende conclusies te trekken:
• Geen bemesting geeft amper opbrengst (+- 600 kg ds per ha )
• ds-opbrengst van rogge is hoger dan bij Italiaans raaigras, maar de KVEM opbrengst is vergelijkbaar door hogere VEM waarde van Italiaans raaigras (rogge 1000, Italiaans 1125 ).
• Bij bemesting is het ruwe eiwit gehalte (RE) in rogge hoger dan bij Italiaans raaigras (141 t.o.v. 120)
kg DS /ha | KVEM/ha | kg N/Ha gewas | VEM/kg DS | RE/kg DS | |
Rogge oogst, onbemest | 834 | 827 | 14 | 991 | 103 |
Italiaans oogst, onbemest | 449 | 497 | 7 | 1106 | 95 |
Rogge oogst + 65 N | 2158 | 2157 | 49 | 1000 | 141 |
Italiaans oogst + 65 N | 1751 | 1968 | 34 | 1125 | 120 |
Vervolg
Na de oogst van het vanggewas is het proefveld bemest met 40 m3 rundveedrijfmest, geploegd, en vervolgens gezaaid met 40 kg N als rijenbemesting.
Na de zaai is er nog 60kg K2O aanvullend bemest. Alle stroken (12) worden bij de maisoogst gewogen en bemonsterd. Pas dan kunnen we concluderen wat het effect op de totale opbrengst en verliezen is.
Wordt vervolgd, later dit jaar meer hierover in de VKA.