VKA ondersteunt een Achterhoekse proef met het mechanisch onderwerken van vanggewas op een perceel in Laren. Zes loonwerkers laten daar zien dat het onderwerken van een vanggewas ook zonder glyfosaat en dus ‘groener’ kan. Wat zijn de bevindingen tot nu toe?
Volgens Henry Mentink, die vanuit Agro-innovatiecentrum De Marke in Hengelo bij het demoveld betrokken is, zijn nu de maïs zo’n 75 centimeter hoog is, zijn er geen duidelijke verschillen te zien tussen de manieren van onderwerken. Wel is er een duidelijk verschil tussen de bewerkingen spitten en ploegen voordat de maïs gezaaid werd.
Verschillen zichtbaar
Op het demoperceel in Laren is op 23 maart met zeven verschillende machines het vanggewas ondergewerkt. De aanwezige loonwerkers werkten allemaal twee banen groenbemester onder: de eerste baan over lang gras en de tweede baan over geklepeld gras.


Op 3 mei werd de mais ingezaaid op het demoperceel. Voordat die maïs de grond in ging is de ene helft van het perceel geploegd en de andere helft over dwars gespit. „Op dit moment is goed waar te nemen dat er bij het gespitte gedeelte in combinatie met als voorbewerking de crosscutter en de schijveneg veel vanggewasontwikkeling in de mais is te zien. Bij het geploegde gedeelte zie je dat niet. Tussen de bewerkingen zie je niet zo veel verschillen in gewas ontwikkeling. Er zit wel een verschil in ontwikkeling van de mais tussen spitten en ploegen, de mais ontwikkelt zich onder de huidige omstandigheden zichtbaar beter in het geploegde gedeelte”, schetst Mentink.


Ook op proefbedrijf De Marke zijn proeven uitgezet in een perceel vanggewas en in een perceel tijdelijk grasland. Hierbij wordt gekeken naar effecten op hergroei, de onderlaag in de bodem en het effect op de maisgroei met behulp van drone-beelden. De resultaten van deze proeven volgen binnenkort.
Foto’s: Vincent van de Goey