Vruchtbare kringloop, bodem voor de toekomst!

Studiegroepbijeenkomsten oktober: hoe klimaatrobuust ben jij?

Deel dit bericht

Vanaf 8 oktober bezoeken dertig VK-Oost studiegroepen zes gastbedrijven van melkveehouders die aan het KLIMEA-project (Klimaatadaptatie Melkveehouderij in de Achterhoek) hebben meegedaan. Aan de hand van de lessen van het KLIMEA-project gaan de studiegroepen aan de slag met de vraag: hoe klimaatrobuust ben jij? En natuurlijk; wat kun je doen om als bedrijf meer klimaatrobuust te worden?

De belangrijkste vraag aan de deelnemers is: waar raakt klimaatverandering jouw bedrijf? En waar kan/wil jij daar op je bedrijf wat aan doen?  We kijken daarbij naar thema’s gewas, water, bodem en dier & stal.

In onderstaande video’s lichten de melkveehouders die aan het KLIMEA-project hebben meegedaan waarom ze meededen aan KLIMEA, welke maatregelen ze toepasten, wat dit heeft opgeleverd en welke tips ze voor collega’s hebben.

Van KLIMEA-deelnemer Stokkers in Eibergen is géén video gemaakt. Over dit bedrijf is meer info te lezen onderaan dit artikel.

Jeroen en Barbara Toevank-Thomassen uit Ruurlo.


Andre de Groot uit Laren.


Leon Krabbenborg uit Varsseveld.

Wilry Giesen uit Vethuizen.


Martijn te Brake uit Winterswijk – Woold.


Maatschap Stokkers in Eibergen
Mathijn, Patricia en kinderen Rick en Nikki Stokkers

In Eibergen runt Mathijn Stokkers een melkveebedrijf met ± 190 Holstein koeien en 120 stuks jongvee op 140 ha zandgrond. De grond is deels droogtegevoelig. Er wordt niet beregend en er wordt gewerkt zonder derogatie.

Mathijn teelt veel mais en oogst deze deels als MKS of CCM. Het stro is een goede bodemverbeteraar. Suikerbieten zijn onderdeel van het teeltplan waarbij het blad achter blijft wat goed is voor de bodem.
Er wordt geëxperimenteerd met diverse (droogteresistente) gewassen zoals rode klaver, luzerne, sorghum, vezelhennep en veldbonen. Daarnaast staat water vasthouden op het programma. Dit doet hij door het afsluiten van de b-watergangen bij droogte en middels het plaatsen van een stuwtje.

Het rantsoen bevat veel mais (snijmais en CCM) met een constante kwaliteit wat bijdraagt een stabiel rantsoen met een lage emissies. Dit leidt tot een hoge melkproductie met goede gehalten.