Studiegroep 22 van VK-Oost was voor de maart-bijeenkomst over de KringloopWijzer niet zoals gebruikelijk bij één van de leden thuis, maar op het melkveebedrijf van Zone-studenten Lotte en Marleen van Schriek in Zeddam. De familie Van Schriek heeft een biologisch bedrijf en houdt de koeien in een Roundhouse.
Het idee om de bijeenkomsten bij de Zone-studenten te houden, kwam uit de groep zelf. Marleen is tweedejaars aan het Zone, haar zus Lotte is derdejaars. Zone-studenten sluiten aan aan bij het leerprogramma, waaronder dus de studiegroepbijeenkomsten, van VK-Oost. Studiegroep 22 is een studiegroep met biologische – extensieve veehouders.
Marleen: ‘Het is erg leerzaam om samen met de studiegroep van VK-Oost mee te doen en aanwezig te zijn bij de bijeenkomsten. Sommige onderwerpen zijn behoorlijk inhoudelijk, maar het leuke aan de groep is dat ze me uitleggen en meenemen in de verdieping. En natuurlijk zeiden we geen ‘nee’ toen de groep vroeg of ze een keer op ons bedrijf mochten komen voor een bijeenkomst. Een rondgang over het bedrijf is daarbij altijd vaste prik.’
De familie Van Schriek heeft in Zeddam een biologisch melkveebedrijf met 130 koeien. De koeien staan in een Roundhouse-potstal. ‘We hebben er zelf een soort van heuvelstal van gemaakt door iedere dag met de shovel het stro wat naar de binnenzijde te schuiven. Zo blijven de koeien schoner. Onze ervaringen daarmee zijn goed’, aldus Marleen.


Leren van 2024, strategie voor 2025
De KLW-bijeenkomsten in maart gaat over wat geleerd is van 2024 en wat leden in 2025 anders gaan doen.
2024 was voor iedereen een jaar van aanpassen: aan het extreem natte weer en aan de nieuwe mestnormen. Hoe zijn verschillende bedrijven daar mee omgegaan? En wat zie je daarvan terug in de KringloopWijzer?
Ook wordt ingegaan op cijfers van een voorbeeldbedrijf en wordt er gekeken hoe de deelnemers binnen de studiegroepen geschakeld hebben.
Studiegroep-belegeleider van deze studiegroep is Harm Rijneveld van adviesbureau ‘Terug naar de Basis’.
‘Tijdens de bijeenkomst liet ik deelnemers eerst benoemen hoe ze terugkijken op 2024. Voor de één is dat een nat voorjaar, voor de ander is dat dalende melkproductie door blauwtong of de gevolgen van de nieuwe bemestingsnormen. Bij deze groep speelt de discussie over de bemestingsnormen niet, bij andere VK-Oost-groepen die ik begeleid is dat meer aan de orde. De diversiteit is groot, zo bleek. Daarna hebben we besproken of en hoe je deze gebeurtenissen terugziet in de cijfers in de KLW en wat de strategie wordt om hier in 2025 mee om te gaan. Hoe ga je anticiperen en wat ga je dit jaar anders doen?’

Nieuw kengetal: meetmelk per kg ruwvoer
Tijdens de bijeenkomst werd naast de bestaande kengetallen zoals RE in het rantsoen, stikstofbodemoverschot en CO2/kg melk uit de KLW een nieuwe getal besproken: Het kengetal meetmelk uit ruwvoer. Dit getal zegt iets over de mate waarin een bedrijf vanuit ruwvoer melk weet te maken.
Het kengetal meetmelk uit eigen ruwvoer wordt berekend door de totale drogestofopname uit het rantsoen van de KringloopWijzer te vermenigvuldigen met de VEM per kg ds. De totale VEM op het bedrijf wordt vervolgens gedeeld door de hoeveelheid geleverde meetmelk en verdeeld naar VEM uit vers gras, snijmais en overig ruwvoer om te komen tot het getal meetmelk uit ruwvoer.
Rijneveld: ‘Deze groep scoort goed op dit getal omdat ze veel eigen ruwvoer inzetten. Maar dit zegt niet alles, want als je met eigen ruwvoer geen liters melkt, is het niet interessant. Heb je ook lage kosten of juist niet? Andersom: een hoge voerefficientie met veel aankoop krachtvoer en dus veel meetmelk uit krachtvoer kan ook ten koste gaan van het verdienmodel en pakt milieutechnisch ongunstig uit. De combi meetmelk uit eigen ruwvoer en voerefficiëntie is daarom geschikt om naast elkaar te laten zien.’
‘Eigenlijk wil je een hoog percentage meetmelk uit ruwvoer en een hoge voerefficientie. Voor extensief wijkt die in veel gevallen af vanwege een dubbele functie met natuurbeheer. Dan kan de voerefficientie wel laag zijn, naast een hoog aandeel meetmelk uit eigen ruwvoer omdat dat past bij de verwaarding van natuurgras in rantsoenen.’
Nog beter zou het zijn, om te kijken naar meetmelk uit eigen geteeld ruwvoer en krachtvoer, aldus Rijneveld. ‘Ook zou het interessant zijn om eens te kijken naar meetmelk uit vers gegraasd gras per hectare huiskavel. Hoeveel gras heb je in de koe gekregen? Het is een indicatie voor hoe je goedkoop kunt melken uit eigen weidegras.’