Op 23 februari organiseerden VKA, project KLIMEA en ForFarmers een goed bezochte praktijkstudiedag over kruidenrijk grasland. Zowel onderzoekers als melkveehouders lichtten hun onderzoeksresultaten en praktische ervaringen met kruidenrijk grasland toe.
De aftrap voor de dag werd gegeven door dagvoorzitter John Koeleman van de VKA. De interesse voor kruidenrijk grasland is groot, en er zijn verschillende drijfveren om met kruidenrijk grasland te beginnen. Vanuit de melkveehouder kan kruidenrijk grasland vanuit verschillende oogpunten kan dit interessant zijn, klimaatadaptie bijvoorbeeld.
Denk aan droogte, ruwvoertekorten, dure meststoffen en/of bodemvruchtbaarheid. Maar ook kan het bijdragen aan onze gezamenlijke opgave voor klimaatmitigatie en biodiversiteitsherstel. Door minder kunstmest gebruik en voeraankoop kan de CO2-footprint dalen. Ook zien we dat er beloningen zijn vanuit bijvoorbeeld de zuivelaar of via het GLB.

PPS Duurzame zuivelketen: Onderzoek op twaalf locaties
De verschillen tussen blijvend grasland, productief kruidenrijk grasland en extensief kruidenrijk grasland worden onderzocht in de PPS Duurzame zuivelketen. Nick van Eekeren en Pedro Janssen van het Louis Bolk Instituut namen de aanwezigen mee in de eerste resultaten van dit onderzoek. In dit onderzoek is op twaalf locaties in de Achterhoek gekeken naar biodiversiteit en de functionaliteit in productie en dit bij verschillende kunstmestgiften.

Gewasopbrengsten van het productief kruidenrijk grasland lieten goede resultaten zien tijdens de droogte van 2022 ten opzichte van 2021, vergeleken met blijvend grasland. Echter was de verteerbaarheid beter bij blijvend grasland.
Ook werd bij een hogere kunstmestgift, een hoger aandeel gras in de samenstelling gevonden en liep het aandeel kruiden terug. Op het gebied van bovengrondse biodiversiteit liet het extensief kruidenrijk grasland goede resultaten zien, maar waren er weinig verschillen met betrekking tot de bodemkwaliteit en ondergrondse biodiversiteit.
Praktijkervaring Tom Gunnewijk: Beweiden en kruidenrijk grasland
Melkveehouder Tom Gunnewijk deelde zijn ervaringen over beweiding met kruidenrijk grasland. De koeien van Tom lopen op jaarbasis 2.700 uur buiten en van het graslandareaal is bijna 60% kruidenrijk.
Met name zijn wijze van beweiden en de bemesting op het bedrijf zijn inspirerend. Door middel van stripgrazen krijgt het gras voldoende kans om te herstellen en is de opname van vers gras hoog. Bij droogte kan er op kruidenrijk grasland langer geweid worden. Tom kan ook eerder beginnen en langer doorgaan doordat de kruiden diep wortelen (50 cm).
In de herfst wordt er doorgezaaid met kruiden, en Tom benadrukt dat kruiden met voldoende lengte de winter in moeten. Er wordt geen kunstmest meer gebruikt en de drijfmest wordt bovengronds uitgereden, dit laatste met name om kleine hoeveelheden te kunnen bemesten. Ook met compostthee heeft Tom goede ervaringen, met name door een positief effect op de beworteling. Onkruid spuiten is geen optie, dat zou de kruiden doen verdwijnen.

Ruth IJspeert, FrieslandCampina: Verwaarden kruidenrijk grasland
Hoe wordt gekeken naar het verwaarden van kruidenrijk grasland? Ruth IJspeert van FrieslandCampina vertelt over de ontwikkelingen op internationaal niveau, maar ook dichter bij huis.
Ze benadrukt het belang van stapelen van beloningen voor kruidenrijk. Zo zijn er bijvoorbeeld naast Foqus Planet en Planet Proof door FrieslandCampina verschillende gemeenten en provincies die inzetten op het belonen van verschillende indicatoren. Ook kan kruidenrijk grasland zorgen voor lagere kosten in de vorm van minder kunstmest, beloning via GLB gelden en rentekorting bij de bank, en ook wordt het voorbeeld van het Markemodel genoemd.
Ronald van Hal, ForFarmers: Proces in kleine stappen
Het beginnen met telen van kruidenrijk grasland is een proces dat door melkveehouders in kleine stappen gedaan moet worden, Ronald van Hal (ForFarmers) licht dit toe. Zijn aanbeveling is om niet direct van gras in monoteelt naar productief kruidenrijk grasland te gaan, maar dit op te bouwen. Het nieuwe GLB geeft hiervoor een extra stimulans. Bepaal eerst je doel en verhoog daarmee de slagingskans.

Bijvoorbeeld voor stikstofbinding kunnen klavers heel geschikt zijn, maar kijk je naar een melkstroom dan zullen er meer kruiden toegevoegd moeten worden. ForFarmers doet op proefbedrijf De Marke onderzoek naar de standvastigheid en het concurrentievermogen van diverse kruiden in monoteelt. De bodem speelt een belangrijke rol bij de slagingskans van kruiden. Zo is grasklaver bijvoorbeeld geschikter voor (arme) zandgrond in rotatie met mais en niet voor rijke gronden of scheurgrond. Ook moet bij bemesting rekening worden gehouden met het NLV, de juiste bodem pH en kan kali een belangrijke rol spelen. Moeten we “Grasklaver bemesten, of bemesten met klaver?” stelt Ronald de vraag.
Herman van Schrooten, KLIMEA: Droogtebestendig door de juiste gewaskeuze?
Droogte raakt de melkveehouderij, maar zit de oplossing enkel in beregening? Of kunnen we ook droogtebestendiger zijn door de juiste gewaskeuze? Voor het project KLIMEA is door Herman van Schooten van Wageningen Livestock Research in 2022 gestart met een proefveld met diverse samenstellingen van kruidenrijk grasland op De Marke, in combinatie met ondergrondse druppelirrigatie.

Foto’s van de proefvelden in de droge zomer van 2022 laten duidelijk het verschil zien tussen de proefvelden met en zonder druppelirrigatie, maar ook zijn er verschillen zichtbaar tussen de kruidenrijke mengsels en monoteelt Engels Raai. Voor alle mengsels geldt dat ze een goed herstellend vermogen hebben, maar dat onder de droge omstandigheden de opbrengsten beter lijken te zijn bij de mengsels met kruiden.
Qua voederwaarden lijken verschillen dit eerste jaar minimaal bij geïrrigeerde en droge behandelingen. Herman benadrukt echter dat dit pas de eerste resultaten; in 2023 en 2024 wordt de proef nog voortgezet.
Praktijkervaring André de Groot: Gewassen telen met minder inputs
André de Groot heeft als melkveehouder al enkele jaren ervaring met kruidenrijk grasland op zijn bedrijf. De insteek is vooral om met minder inputs gewassen te telen, maar het biedt ook voordelen voor waterhuishouding en bodemleven.
Zo is het mogelijk om zonder beregening goede opbrengsten te halen. Het lukt de Groot om zijn kruidenbestand op orde te houden door de kruiden zelf uit te laten zaaien, dit kan door beweiden, maar ook door bij het maaien een strook kruiden te laten staan. In tegenstelling tot Tom gebruikt Andre wel groene weidemeststof en drijfmest en met name aan het begin van het seizoen om de kruiden op te starten. Ook Tom benadrukt het belang van voldoende kali. Ongewenste kruiden bestrijdt hij gericht met de rugspuit, en dat is wat arbeidsintensief. ‘Wanneer doorzaaien met kruiden? Als het gras 2-0 achter staat.’

Paneldiscussie
In de panel discussie komt naar voren dat het verdienmodel voor verduurzaming vanwege de internationale markt nu vooral nog door klimaat bepaald wordt, om CO2 te verlagen.
Volgens Ruth IJspeert bemoeilijkt dat om voldoende aandacht voor kruiden en biodiversiteit in Nederland te krijgen, maar daar wordt wel aan gewerkt. De verwaarding moet echter ook komen uit het beperken van kosten en voordelen voor het bedrijf zelf.
Volgens Pedro Janssen is er relatief weinig risico bij kruidenrijk grasland, omdat er altijd een goede graszode aanwezig blijft en kosten niet erg hoog zijn.
Voor wat betreft effecten op diergezondheid geeft Tom Gunnewijk aan dat hij een gunstig effect op ruw eiwit en daardoor bijzonder laag zit in de dierdagdosering ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Op de vraag of voor een intensieve bedrijfsvoering dezelfde adviezen gelden wordt door de melkveehouders positief geantwoord: ‘Gewoon beginnen, maar doe dat wel in kleine stappen.’

Door Ronald van Hal wordt daaraan toegevoegd dat het van belang is integraal te kijken hoe kruiden in te passen in je bouwplan en bij de keuze van kruiden je doel goed voor ogen te houden. Ook aan veredeling van kruiden moet nog gewerkt worden, wat verdere perspectieven biedt voor het succes van kruidenrijk grasland.
Klik op deze link voor de 6 presentaties die tijdens de praktijkdag gegeven zijn.