VKA is een lerend netwerk en staat voor kennis delen. Dat doen we waar mogelijk in samenwerking met onze partners. Dit keer met een advies van Eurofins.
Met het bijzondere seizoen, met zware snedes die nog staan of net gemaaid zijn en de hoge afvoer van nutriënten, is er alle reden om hier aandacht aan te besteden in de Praktijkflits. Dit keer specifiek over kaliumbemesting. Een volgende keer, wanneer de Achterhoekse analyses bekend zijn, besteden we daar meer aandacht aan.
Wanneer we specifiek naar kalium kijken zien we bij een droge stofopbrengst van 4.000 kg gras per ha een kaliumafvoer van 80 tot 160 kg K/ha (Tabel 1). Afhankelijk van de zwaarte van de snede en het gehalte kalium dat in het gras zit is het goed om na te gaan hoeveel kalium er is afgevoerd.

Door de hoge afvoer is de plantbeschikbare hoeveelheid kalium in de bodem ook laag. Op veel van de percelen die we in week 20 van dit jaar hebben gemeten met behulp van de BodemCheck zien we een laag gehalte kalium (en andere nutriënten). De hoge opname van het gras zorgt voor een laag gehalte in de bodem. Hoeveel is er nog nodig voor de volgende snedes, wat zit er in de mest en hoeveel moet er dan nog bij.

Een deel van de kalium die nu bemest gaat worden gaat in eerste instantie aan de bodem zitten. Vooral omdat de gehaltes in de bodem nu aan de lage kant zijn, zeker in de Achterhoek. Dat is te zien in dit artikel. Mogelijk moet de kaliumbemesting dit jaar hoger zijn dan voorgaande jaren. Met name door de hoge opbrengsten van de eerste snede.
Naast kalium is ook zwavel belangrijk om mee te nemen in de bemesting. Bob Fabri, Productmanager Veehouderij, legt in deze vlog uit welke informatie je kan gebruiken voor de bijmesting.