Vruchtbare kringloop, bodem voor de toekomst!

KLW-bijeenkomsten maart: effecten van keuzes en maatregelen zijn zichtbaar

Deel dit bericht

Voor Werner Pelgrom uit Voorst was de VK-Oost-studiegroepbijeenkomst van afgelopen week een echte eyeopener. De melkveehouder, die sinds het nieuwe jaar lid is van VK-Oost, heeft veel gehad aan de groepsoverzichten met data over onder andere ruw eiwit, broeikasgasemissies en stikstofbodemoverschot. ‘Je wordt met je neus op de feiten gedrukt door dieper in te gaan op je eigen en elkaars cijfers uit de KringloopWijzer. Dat is behoorlijk nieuw voor mij.’

 

Tijdens de VK-Oost-KringloopWijzer-bijeenkomsten van maart onderzoeken leden met hun studiegroep of de keuzes die zij op het eigen bedrijf hebben gemaakt in 2023 ook effect hebben op de eigen KringloopWijzercijfers. Ook wordt ingegaan op waar ze dit seizoen op inzetten.
Kan het aandeel ruw eiwit in het rantsoen bijvoorbeeld lager, kan de CO2 per kg meetmelk lager en hoe zit het met de ammoniakemissie per ha en het stikstofbodemoverschot?

Voor Pelgrom was met name het onderdeel CO2 interessant, mede omdat zijn melkfabriek Vreugdenhil  hier met het programma Low carbon farming op aanstuurt. ‘Het is daarom extra interessant om daar mee aan de slag te gaan en dieper in de cijfers te duiken.’

Beste maaimoment en weidesysteem

De melkveehouder is positief over de bijeenkomst en over de begeleiding door Harm Rijneveld. ‘Hij had zich goed verdiept en voorbereid en dat maakte de bijeenkomst interessant voor iedereen.’
Met name de diversiteit in de studiegroep spreekt hem aan. ‘We leren veel van elkaar, ook al zijn de bedrijven qua intensiteit en grondsoort erg verschillend. Zelf wil ik nu aan de slag met het twee keer toepassen van kunstmest en het beter benutten van de eigen graskuil. Tijdens de bijeenkomst heb ik tips gekregen hoe ik dat aan zou kunnen pakken. Ook over het beste maaimoment en een passend weidesysteem in combinatie met automatisch melken hoop ik bij VK-Oost nog meer te leren.’

 

Maatregelen zichtbaar in cijfers

Marco Hol is namens VK-Oost-partner ForFarmers studiegroepbegeleider. Het valt hem op dat de leden naar aanleiding van vorige bijeenkomsten maatregelen hebben toegepast die daadwerkelijk zichtbaar zijn in de KringloopWijzers. ‘Ze hebben verbeteringen tot stand gebracht doordat ze bij VK-Oost samen bezig zijn en leren van elkaar. Een voorbeeld is iedere vier weken maaien. Wat levert dat op? We zagen tijdens de bijeenkomst dat dit voordelen oplevert, zoals een lagere CO2 en een betere kwaliteit ruwvoer. De melkveehouders hebben dus het lef om het te doen en het uit te proberen en dat komt omdat ze van en met elkaar leren.’

Tijdens de bijeenkomst ging Hol in op vragen wat ze toegepast hebben op hun bedrijf en welke gevolgen dit heeft in de KringloopWijzer. ‘Ik laat hen inzien hoe cijfers tot stand komen en wat ze bijvoorbeeld anders hebben gedaan. Wat is de impact van iets op bijvoorbeeld de CO2-waarde en wat levert dat vervolgens op? En stel: je gaat 2 punten ureum lager, hoeveel stikstof scheelt dat? Het uiteindelijke doel is het rendement verbeteren. Het mooie is dat deelnemers positief-kritisch op elkaar zijn en zo samen de optimalisatie-punten in beeld brengen.’

 

 

Moeite wordt beloond

Ook Gert Dinkelman uit Barchem blikt positief terug op de bijeenkomst. De opzet van de studiegroepbijeenkomst sprak hem aan.  ‘We werden in groepjes aan het denken gezet over de totstandkoming van de cijfers. Je wordt op die manier direct geprikkeld om zelf na te denken en terug te denken en dat vind ik positief.’
Wat nam hij ‘mee naar huis’ van de bijeenkomst? De moeite die ik de afgelopen jaren heb gedaan is beloond, is mijn conclusie. Dat betekent wel dat ik me er voor moet blijven inspannen.’ Dinkelman doelt op het aandeel 150 gram ruw eiwit per kg/ds dat hij voert, een ureum van gemiddeld 17 met een melkproductie van 10.784 kg per kg meetmelk.

‘Ik ben niet te bang om iets uit te proberen. Ik weet wat ik doe en ik voer niet drie maatregelen tegelijk door. Afgelopen jaar heb ik raapschroot als eiwitbron bijgevoerd. In plaats van anderhalf kilo in de rantsoenberekening heb ik een kilo bijgevoerd. Dat ging goed.’
Het tankureum is voor hem een belangrijke basis voor de eiwitbenutting. ‘En ik wil de melk in de tank op peil houden. Bovendien levert een lager ureum direct geld op. Als de excretie laag is, levert dat direct euro’s op omdat de stikstof beter benut wordt en ik dus minder mest hoef af te zetten. Dat is het verdienmodel en daar ben ik graag mee aan de slag. Hetzelfde geldt voor de CO2 per kg meetmelk. Het cijfer zegt me niet direct iets, wel dat er nu geld mee te verdienen is. Mijn gedachte is: als je ergens aandacht aan schenkt, kun je bovengemiddeld scoren, maar dan moet je er wel bovenop blijven zitten.’