Vruchtbare kringloop, bodem voor de toekomst!

Kennis, innovaties en praktijkervaringen over klimaatbestendige melkveehouderij

Deel dit bericht

Afsluiting project KLIMEA in de Achterhoek


Het eindseminar van het project Op weg naar een Klimaatbestendige Melkveehouderij in de Achterhoek (KLIMEA) vond plaats op 27 maart. In het project zijn de afgelopen vier jaar kennis en innovaties ontwikkeld, gedeeld en gedemonstreerd over het klimaatbestendiger maken van melkveebedrijven in de Achterhoek. De samenwerking in dit project tussen wetenschap en praktijk werd als groot pluspunt bestempeld.


Welke invloed heeft klimaatverandering op melkveebedrijven in de Achterhoek en hoe kunnen melkveehouders hun bedrijven klimaatbestendiger maken tegen droogte en hitte? Welke klimaatadaptatie-maatregelen zijn effectief in de praktijk?

In een publiek-private samenwerking heeft Wageningen Livestock Research deze vragen verkend met partners VK-Oost, FrieslandCampina, Provincie Gelderland, Vitens, Waterschap Rijn en IJssel en ForFarmers. Naast onderzoek werd met zes melkveehouders van VK-Oost de kennis in de praktijk gebracht en gedeeld met andere veehouders in de Achterhoek.

Theorie en praktijk

Tijdens de slotbijeenkomst, geleid door VK-Oost-voorzitter John Koeleman, werd gedeeld wat het project opgeleverd heeft en werden conclusies en aanbevelingen gedaan voor een robuustere klimaatbestendige melkveehouderij in de Achterhoek en welke kenniselementen nog ingevuld moeten worden.
Drie van de zes deelnemende melkveehouders, allen leden van VK-Oost, kwamen aan het woord over genomen maatregelen en ervaringen. Zo gingen ze onder andere in op beregenen, druppelirrigatie in mais, kruidenrijk grasland en andere ervaringen met uitgevoerde adaptatiemaatregelen. Video’s van deze zes melkveehouder zijn hier te bekijken.



Diverse effecten van klimaatverandering

Klimaatverandering kan zowel ongunstige als gunstige effecten hebben voor de melkveehouderij. Weersextremen zoals hitte en droogte zorgen bijvoorbeeld voor lagere gewasopbrengsten en voederwaardes, milieuschade en hittestress. Maar gewasopbrengsten kunnen ook stijgen door warmere winters, een langer groeiseizoen en meer CO2 in de lucht. Projectleider Marion de Vries deelde de voorspelde effecten van klimaatverandering en de mogelijkheden voor klimaatadaptatie op basis van internationale literatuurstudies en een in 2021 gehouden enquête onder VK-Oost-leden. Hoe raakten droogte en hitte toen de melkveebedrijven? Welke adaptatiemaatregelen vinden boeren geschikt voor de Achterhoek?
‘Ongeveer de helft van de geënquêteerde melkveehouders in de Achterhoek gaf aan dat de droogte in 2018, 2019 en 2020 ernstige tot zeer ernstige gevolgen had voor grasopbrengsten, ruwvoervoorraden, zodekwaliteit, kosten en arbeid op hun bedrijf. De grasopbrengst daalde in die jaren gemiddeld met 23% ten opzichte van omliggende jaren. Beregening blijkt de belangrijkste verklarende factor te zijn voor verschillen in droogtebestendigheid van grasproductie, maar ook grasklaver en drainage lijken een rol te spelen.’

Gras- en maisopbrengsten in 2050

Idse Hoving van Wageningen Livestock Research deelde de uitkomsten van een modelstudie naar de effecten van klimaatverandering op gras- en maïsopbrengsten in de toekomst. ‘In 2050 krijgen we te maken met sterk verlaagde producties voor gras en mais door extra droogte ten opzichte van het huidige klimaat. Dit geldt zeker voor snijmaïs, omdat de potentiële opbrengst van maïs hoger ligt dan van gras. Om de verwachte productiederving op te vangen zal de behoefte aan het inzetten van beregening sterk toenemen’
De effecten van adaptatiemaatregelen op gras- en maïsopbrengsten onder huidige en toekomstige klimaatscenario’s werden ook toegelicht door Hoving. ‘Gras in het voorjaar beregenen verhoogt in verhouding de opbrengst meer dan beregenen gedurende het hele jaar vanwege een hogere groeipotentie in het voorjaar. Met beregenen van snijmais wordt niet alleen de drogestofopbrengst, maar ook de zetmeelopbrengst op peil gehouden. Beregenen van snijmaïs is ongeveer twee keer zo effectief als beregenen van gras door de betere waterbenutting van maïs ten opzichte van gras’, aldus Hoving.


Druppelirrigatie en graskruidenmengsels

Veldproeven tijdens KLIMEA waren er van 2020 tot en met 2022 op agro-innovatiecentrum De Marke waarbij gedurende drie jaar vijf graskruidenmengsels zijn vergeleken met en zonder ondergrondse druppelirrigatie.
Druppelirrigatie op 40 centimeter diep bleek op zandgrond te diep voor een efficiënte vochtvoorziening van de bodem. Andere conclusies na 3 jaar, waarvan een droog eerste jaar, zijn onder andere dat mengsels met kropaar, rietzwenkgras en kruiden een hogere opbrengst hadden dan puur Engels raaigras, maar met wat lagere VEM-waardes. Ook het ruw eiwitgehalte van mengsels met kruiden was iets lager. Het aandeel kropaar nam over de jaren sterk toe, en aandelen kruiden, met name cichorei, namen af. Er waren geen noemenswaardige verschillen in botanische samenstelling tussen veldjes met en zonder ondergrondse druppelirrigatie.


Klei in zand

Ook zijn op De Marke metingen gedaan op in 2019 aangelegde proefvelden waar klei was toegevoegd aan de schrale zandbodem. Uit waarnemingen over de laatste drie groeiseizoenen (2022, 2023 en 2024) blijkt dat de maisopbrengst structureel hoger is op proefvelden waar klei is toegevoegd aan de schrale zandbodem. Uitgezonderd is 2024, vanwege wateroverlast bleven de maisopbrengsten in dat jaar erg achter. Er was geen meeropbrengst te zien voor grasland.
Klei en zand zijn na zes jaar nog niet homogeen gemengd. De onderzoekers vermoeden dat de verhoogde maisproductie waarschijnlijk niet door een verbeterd vochthoudende vermogen van de bodem komt, maar mogelijk door een verbeterde bodemstructuur, het bodemleven en/of extra macro- en micronutriënten. De verhoogde maisopbrengsten wijzen wel op een efficiënter gebruik van nutriënten en vocht van mais op de velden met klei-toevoeging.


Aanbevelingen

Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek en praktijk waaraan de aanwezigen prioriteit gaven waren onder andere aandacht voor gewassen die vocht in het voor- en najaar beter benutten, de effecten van graskruidenmengsels op bodemkwaliteit en nitraatuitspoeling en de effecten van grootschalig vasthouden van water op gebieds- en bedrijfsniveau. Ook regeneratieve landbouw en agroforestry als aanpak voor klimaatrobuustheid kwamen aan bod.
Ook krijgen VK-Oost leden een factsheet thuisgestuurd met daarop conclusies, resultaten en interessante andere informatie over het KLIMEA-project.