Vruchtbare kringloop, bodem voor de toekomst!

‘Geld verdienen met sturen op de KringloopWijzer’

Deel dit bericht

Melkveehouder Henry Steverink begeleidt basisprogramma KringloopWijzer


Eén van de vier keuzebijeenkomsten in het leerprogramma van VK-Oost is ‘Meer waarde uit mijn KringloopWijzer’. Melkveehouder en VK-Oost-lid Henry Steverink uit Silvolde en studiegroepbegeleider Henry Mentink gaan deze bijeenkomst in november begeleiden. Beiden zijn goed thuis in de KringloopWijzer. Steverink gaat in op de wijze waarop de KringloopWijzer hem helpt om keuzes te maken voor een efficiëntere bedrijfsvoering.



‘Met het goed lezen en begrijpen van de KringloopWijzer is geld te verdienen’, aldus de Silvoldse melkveehouder. ‘De KringloopWijzer brengt de mineralenstroom op je bedrijf in beeld. Wat gaat er in, wat gaat er uit? Als je daar euro’s tegenover zet, krijg je inzichtelijk waar je scherper op kunt zijn en dus geld mee kan besparen of verdienen. Het klinkt simpel en dat is het eigenlijk ook. Maar als je de cijfers in de KringloopWijzer niet kunt ‘lezen’, kan het ingewikkeld zijn om in te zien wat je er mee kunt.’


KringloopWijzer leren begrijpen

Steverink heeft met zijn vrouw Anja in Silvolde een melkveebedrijf op 50 ha grond met 100 melkkoeien en 20 stuks jongvee. De melkproductie is gemiddeld 11.500 kg.
De KringloopWijzer begon voor Steverink pas echt waarde te krijgen nadat hij in 2018 PlanetProof-melk ging leveren. ‘Door PlanetProof kreeg ik een plus bovenop het melkgeld, maar kreeg wel met bepaalde extra eisen te maken waarbij de kennis over de KringloopWijzer, onder andere opgedaan in studiegroepbijeenkomsten van VK-Oost, goed van pas kwamen.’

Hij is enthousiast over de keuzebijeenkomst ‘Meer waarde uit mijn KringloopWijzer’ van VK-Oost voor nieuwe leden en leden die zich meer willen verdiepen in de KringloopWijzer. Samen met Henry Mentink geeft hij de deelnemers praktische kennis en inzichten mee.
‘Je leert wat je met de cijfers kunt en de KringloopWijzer beter begrijpen. Ik hoop dat ik deelnemers enthousiast kan maken zich er meer in te gaan verdiepen en maatregelen te nemen die hun bedrijfsvoering verbeteren. Soms kunnen dat hele kleine aanpassingen zijn die direct geld opleveren. Het echt goed leren begrijpen en sturen met de KringloopWijzer is een proces van een langere periode, maar het is zeker lonend om mee aan de slag te gaan. Je leert tegelijkertijd ook veel van collega-boeren: hoe pakken zij iets aan en wat levert dat dan op?’



Minder krachtvoer, efficiënt bemesten en betere bodemgezondheid

Steverink noemt het voorbeeld van krachtvoer en kunstmest als kostenposten.
‘Minder krachtvoer aankopen doe je door bijvoorbeeld zelf krachtvoer te gaan telen of nog scherper te zijn op goed eigen ruwvoer. Daar zit ik bovenop. Dan kom je als vanzelf bij bemesting en de bodem terecht.’
De mest die hij mag toepassen, wil hij zo efficiënt mogelijk gebruiken. Steverink bemest op perceelsniveau en gebruikt daarbij vaak de sleepslang. Zodoende kan water toegevoegd worden om de benutting van de mest te verbeteren. De kunstmestgift voor weidepercelen wordt in twee keer gegeven om steeds een goede kwaliteit weidegras te hebben. Ook heeft hij een mestscheider zodat de verschillende meststromen gerichter benut kunnen worden.
‘Ik ben kritisch op welk soort kunstmest ik toepas. Al deze maatregelen helpen mij nog efficiënter met de mineralen om te gaan. Dus met minder input evenveel output.’


Met minder input evenveel output

De melkveehouder is de afgelopen jaren zuiniger op de bodem geworden. Het organische stofgehalte is nu gemiddeld tussen de 5 en 6%, terwijl dat jaren op sommige percelen 2% was. Een hoog OS-gehalte verbetert de bodemstructuur, maakt de bodem beter bewerkbaar, verhoogt het vochtvasthoudend vermogen en stimuleert het bodemleven .
Steverink: ‘Dit levert uiteindelijk meer gras- en maisopbrengst op met minder gebruik van kunstmest. Dus weer met minder input evenveel output.’
Op de lichte kleigrond teelt hij voornamelijk Engels raaigras. ‘Ik heb vruchtbare grond, het gras kan het krachtvoer deels vervangen. Op percelen op afstand heb ik wel wat klavers en kruiden staan, maar omdat ik een hoge melkproductie nastreef, kies ik liever voor raaigras. Kruidenrijk grasland kan goed werken, maar moet bij de grondsoort passen.’
Grond ruilen met aardappeltelers doet hij heel bewust niet. ‘Dat komt de bodemgezondheid niet ten goede, is mijn ervaring.’ Voor een betere bodemgezondheid kiest de melkveehouder naast blijvend grasland voor gedeeltelijke wisselteelt: drie jaar gras en drie jaar mais. ‘Op die manier is minder mest en kunstmest nodig en ook dat werkt kostenbesparend.’