Ruim veertig geïnteresseerden waren aanwezig op de Praktijkdag ‘Weerbare bodem en innovatieve gewasbescherming’ op 5 juni in Hengelo Gld. en Ruurlo. Tijdens de dag werd kennis gedeeld over beperkte grondbewerking, diverse technieken met minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en andere maatregelen gericht op een gezonde bodem en duurzame gewasproductie.
De aftrap was op een perceel van melkveehouder Jelger Zielhorst in Hengelo Gld. Daar toonde Theo Nieuwenhuis, akkerbouwer en adviseur, een crimproller en biomulch.
Loonwerker Theo Zweverink was er met een spotsprayer tegen ridderzuring en een ecoploeg met zelfgebouwde veldspuit.
‘Met de spotsprayer wordt slechts 10 procent van de ‘normale’ hoeveelheid middel gebruikt. Voordeel is ook dat met precisiegewasbescherming punten kunnen worden verdiend in de ecoregeling van het GLB’, aldus Zweverink.
Gerjan Hilhorst en Herman van Schooten lieten in een demoperceel mais zien met welke technieken gewerkt is en wat de resultaten zijn. Wat zijn de resultaten met bijvoorbeeld mechanische onkruidbestrijding, de mulchmethode en crimpen? Namens het NMI gaf Romke Postma een presentatie over bemestingsadviezen voor mais.








De groep vertrok ’s middags naar het bedrijf van akkerbouwer Dennis Wolsink in Ruurlo. Daar volgde een korte toelichting over het bedrijf, dat gelegen is in een NV gebied (met nutriënten verontreinigd gebied), dat onder andere beperkingen geeft in het gebruik van mest. Wolsink is gaan werken met een ecoploeg in plaats van met een traditionele ploeg. Wolsink gaf aan dat dé uitdaging voor komende jaren is hoe je het middelenpakket voor het gewas én de omgeving acceptabel houdt.

Vervolgens ging Waterschap Rijn en IJssel in op het landelijk meetnetwerk gewasbeschermingsmiddelen (GBM). Er werd ook inzicht gegeven in welke stoffen in het water werden aangetroffen en in welke toepassingen die gebruikt kunnen worden. Daaruit bleek dat niet alleen de agrarische sector hiervoor aansprakelijk is, aanwezigen spraken duidelijk uit dat zij vaak wel het gevoel hebben dat zij verantwoordelijk worden gehouden. Middels praktijkvoorbeelden werden opties meegegeven om emissies van GBM, vooral rondom het erf, (nog verder) te reduceren.

Frans Koeckhoven ging in op het systeem van grond bewerken. Welke diepte is optimaal om de mest op het juiste moment te benutten. En hoe dit zit in relatie tot de waterkwaliteit. Jansen Agri Service en Dennis Wolsink stonden nog stil bij onder andere een spotsprayer en een schoffelmachine en wat de praktijkervaringen zijn.

