Vruchtbare kringloop, bodem voor de toekomst!

Deel 3: VKA-KringloopWijzerdata uitgelicht: broeikasgas-emissies

Deel dit bericht


Hoe scoren de VKA-bedrijven de afgelopen vijf jaar op het gebied van broeikasgasemissies? Uit de KringloopWijzers van 220 VKA-leden blijkt dat de spreiding groot is en dat de emissies in de droge jaren van 2018 en 2019 hoger waren omdat meer voer moest worden aangevoerd. Deze stijgende trend zet niet door in 2020 en 2021.  


Dure kunstmest

In figuur 1 is de totale broeikasgasemissie per bedrijf weergegeven zoals berekend in de KLW, uitgedrukt in grammen CO2-equivalenten per gestandaardiseerde melkeenheid. De droge zomers hebben effect op de emissie van de broeikasgassen. In de droge jaren 2018 en 2019 steeg de emissie per bedrijf ten opzichte van het jaar 2017. In droge periodes kan er minder ruwvoer worden gewonnen er moet er dus meer voer worden aangevoerd, wat gepaard gaat met meer emissie. De stijgende trend zet echter niet door; in het jaar 2020 is de gemiddelde broeikasgasemissie op het melkveebedrijf het laagst van de laatste vijf jaar. In het jaar 2021 steeg de gemiddelde emissie licht.

Figuur 1: Broeikasgasemissies van de 220 VKA bedrijven uit de periode 2017-2021. De zwarte stippen geven het gemiddelde aan per jaar. Ieder grijs stipje geeft een VKA-bedrijf weer, dus de gekleurde vorm geeft de spreiding van de bedrijven weer.


Uitsplitsing broeikasgasemissies

In figuur 2 zijn de broeikasgasemissies per onderdeel op het bedrijf uitgesplitst. De emissies afkomstig uit de pens en gerelateerd aan de aanvoer van producten zijn duidelijk de twee grootste bijdragers. In het jaar 2020 is vooral de emissie vanuit de aanvoer sterk gedaald. De emissie gerelateerd aan de pensfermentatie is in 2021 het hoogste van de afgelopen vijf jaar, maar ook de emissie uit de mestopslag is het hoogste in 2021. De emissie gerelateerd aan voerproductie en energie is gelijk gebleven in 2021 ten opzichte van 2020. In het jaar 2020 is vooral de emissie vanuit de aanvoer fors gedaald. De onderliggende data laat zien dat de boeren bewustere keuzes maken voor de aankoop van krachtvoeders. Zo kiest men bijvoorbeeld bewust voor bijproducten die zijn geteeld met een minimale CO2-footprint.De emissie afkomstig van de aanvoer van producten is wederom licht gedaald en behaalt het laagste niveau in 2021. De gegevens uit figuur 2 staan ook weergegeven in tabel 1.

Figuur 2: Gemiddelde broeikasgasemissie per categorie zoals die wordt berekend in de KringloopWijzer. Resultaten zijn gebaseerd op 220 VKA bedrijven uit de periode 2017-2021.


Tabel 1. Gemiddelde broeikasgasemissies per bedrijf en onderverdeeld per categorie over de periode 2017-2021 van 220 VKA bedrijven.


Emissies uit ‘pens’ en ‘aanvoer’


In tabel 2 staan de emissies uit de categorie ‘Pens’ en ‘Aanvoer’ verder uitgesplitst. De data laat zien dat de meeste emissie afkomstig is uit de graskuil, gevolgd door krachtvoer en snijmais. De rantsoensamenstelling speelt hierbij ook een rol. Hoe groter het aandeel van een product in het rantsoen, des te groter het aandeel in de emissie zal zijn. Dit is in figuur 3 weergegeven.



Tabel 2. Gemiddelde broeikasgasemissies per bedrijf uit de categorie ‘Pens’ en ‘Aanvoer’ uit de periode 2017-2021 van 220 VKA bedrijven.


Figuur 3: Gemiddelde emissie uit de pens (per eenheid meetmelk) door het voeren van graskuil uitgezet tegen het aandeel graskuil in het rantsoen. Resultaten zijn gebaseerd op 220 VKA bedrijven uit de periode 2017-2021. De figuur laat mooi zien dat het rantsoenaandeel uiteraard een groot effect heeft op de mate dat het product bijdraagt aan de emissie.