Vruchtbare kringloop, bodem voor de toekomst!

Analyse VKA-KLW’s: deel 2 van 4: emissies broeikasgassen en ammoniak

Deel dit bericht

Gemiddeld is op VKA-bedrijven de ammoniakemissie per ton melk het laagst in 2022, vergeleken met de vijf voorgaande jaren. Wat zijn andere resultaten op het gebied van broeikasgasemissies en ammoniakemissies? Lees het in bijgaand artikel. De komende periode gaat de VKA in de Praktijkflits en op de website onderwerpen uit 198 KringloopWijzers 2017-2022 uitlichten. In de vorige Praktijkflits ging het over de bedrijfsontwikkeling.


Ammoniak

Op het melkveebedrijf vindt de emissie van ammoniak op vier plekken plaats; emissie uit de stal en mestopslag, emissie bij het aanwenden van drijfmest, de toediening van kunstmest en bij weidegang.

De eerste twee van deze vier bronnen zijn de grootste bijdragers aan het totaal. Over alle beschikbare data uit 2022 is in afbeelding 1 weergegeven hoe de VKA gemiddeld scoort op deze vier bronnen, uitgedrukt in kilogrammen ammoniak per ton melk.

Afbeelding 1.


Een verdeling van de totale ammoniakemissie per bedrijf is visueel weergegeven in figuur 1. Gemiddeld is de ammoniakemissie per ton melk het laagst in 2022, vergeleken met de vijf voorgaande jaren.
Deze dalende trend is vanaf 2020 al ingezet en zet door. Ook de ammoniakemissie uitgedrukt per GVE laat de laatste jaren weer een dalende trend zien.

In tabel 2 staan de kengetallen omtrent ammoniakemissie vermeld. De stikstofefficiëntie van de veestapel is wederom 27%. De gemiddelde stikstofexcretie op het bedrijf neemt wel toe, maar het aandeel TAN (aandeel van de stikstof dat kan vervluchtigen als ammoniak) daalt weer een procentpunt de afgelopen jaren.

Figuur 1.
Tabel 2.


Een belangrijke maatregel om de stikstofverliezen via de mest (emissie van ammoniak) te verminderen is het optimaliseren van eiwitgehalte in het rantsoen. Hoe minder eiwit er in de koe gaat, hoe minder er aan de achterkant uit kan komen. Als daarbij de verhouding energie en eiwit in het rantsoen ook optimaal is dan kan de koe efficiënt met het voer omgaan.

Afgelopen jaren is er binnen de VKA veel aandacht gevestigd op het ruw eiwitgehalte in het rantsoen. De VKA bedrijven scoren gemiddeld weer goed met 15,8 % eiwit. De verhouding eiwit-energie is ook gelijk gebleven en is gemiddeld 160 RE/kVEM.

Afbeelding 2


Broeikasgassen


In figuur 1 is de verdeling van de broeikasgassen van alle VKA bedrijven te zien, uitgedrukt in grammen CO2-equivalenten per gestandaardiseerde melkeenheid zoals die wordt berekend in de KLW. In 2022 scoort deze groep gemiddelde de laagste emissie van broeikasgassen met gemiddeld 1030 gr CO2-eq per kg FPCM.

In figuur 2 zijn de broeikasgasemissies per onderdeel op het bedrijf uitgesplitst. De emissies afkomstig uit de pens en gerelateerd aan de aanvoer van producten zijn duidelijk de twee grootste bijdragers, zie ook tabel 3. In 2022 is vooral het onderdeel ‘aanvoer’ flink gedaald, waardoor de totale emissie ook gedaald is.

Figuur 1.
Figuur 2.


Tabel 3.

Energie

Uit de KLW is ook data beschikbaar omtrent het energie gebruik en energie oplevering binnen de VKA. De gegevens hiervan staan vermeld in tabel D. In afbeelding 3 staat de situatie van het gemiddelde VKA bedrijf in 2022 weergegeven.

Meer dan de helft van de bedrijven wekt energie op middels zonnepanelen momenteel. Ook groeit de groep bedrijven met windenergie gestaag.


Afbeelding 3.

Lees hier deel 1 van 5 van de analyse van de VKA-KLW’s: bedrijfsontwikkeling.