Dit (voor)jaar kenmerkt zicht door periodes van zeer veel waterval. Dit zorgde in veel gevallen voor grote uitdagingen op het land. In dit artikel analyseren we op basis van de reeds beschikbare data de kwaliteit van de aangelegde voorjaarskuilen. Voorjaarskuilen zijn kuilen die zijn aangelegd tot 15 juni. In de jaren hiervoor bestond de set uiteenlopend van zo’n 350 tot 500 kuilen, tegen slechts165 kuilen die geanalyseerd zijn door Eurofins in 2024.
Gehalten ds
In figuur 1 is de ontwikkeling van de drogestofgehalten te zien van de kuilen. Met 40% drogestof zijn de kuilen gemiddeld weer wat natter aangelegd dan de jaren hiervoor. Ook de spreiding lijkt meer verdeeld, te zien aan de constant brede band van het object in 2024.
Lager VEM-gehalte
Figuur 2 laat duidelijk zien dat de voorjaarskuilen in 2024 gemiddeld veel lager scoren op VEM-gehalte. Met gemiddeld 926 VEM is deze flink lager dan in de voorgaande jaren. Het doorgeschoten gras is hier een duidelijke veroorzaker van.
RE-gehalten
De verandering in het gemiddelde RE-gehalte, te zien in figuur 3, is minder variabel. In 2024 laten de kuilen wel een iets lager RE-gehalte zien, maar niet veel lager dan de twee jaren hiervoor. De vorm van het object bij 2024 laat duidelijk zien dat de spreiding in de kuilen wel zeer groot is.
Op basis van deze drie figuren, en het voorjaar in het achterhoofd houdende, weten we dat er vanwege de uitdagingen dit voorjaar veel verschillen zijn ontstaan. Verschillen met voorgaande jaren, maar ook veel spreiding in de huidige kuilen. Op basis van maaidatums is een verdeling gemaakt van de kuilen in 2024, waarbij op basis van de weerdata en analyses twee groepen zijn gemaakt: ingekuild voor en ingekuild na 20 mei.
Grote spreiding
De VEM gehalten voor deze twee periodes, te zien in figuur 4, laat zien dat het gemiddelde van de kuilen en de spreiding ervan nogal verschillend is voor deze groepen. De kuilen voor 20 mei hebben gemiddeld een VEM gehalte van 939 (alsnog lager dan voorgaande jaren), maar de kuilen na 20 mei komen gemiddeld niet boven de 900 uit
Ook de RE-gehalten laten een ander beeld zien bij deze periodes, zie figuur 5. Met gemiddeld 156 RE scoren de jonge kuilen uit periode 1 vergelijkbaar, en zelfs wat hoger, dan het gemiddelde van voorgaande jaren. Echter, de kuilen uit periode 2 laten ook in de verdeling van de data (vorm van beide objecten) een ander verloop zien. Deze kuilen scoren met gemiddeld 129 RE flink lager.
Door: Jur Eekelder